Copyright © Martin Nahrwold. Alle rechten voorbehouden.
HOME OVER LESSEN MEDIA CONTACT LINKS

OVER

Ji Do Kwan

Ji Do Kwan (Jidokwan, Chee Do Kwan) of ‘School voor de Weg van Wijsheid' is de naam van een Kwan: een Koreaanse ‘school’ voor vechtkunsten. Tijdens de Japanse bezetting van Korea waren dit het door de bezetters alleen toegestane Yudo (Judo) en Gumdo (Kendo). Na de Japanse bezetting ontstond er in Korea een hernieuwde belangstelling voor de traditionele vechtkunsten en diverse scholen werden er ge(her)opend. In de Chosun Yun Moo Kwan, een judo-school sinds 1931, later Ji Do Kwan genoemd, werd op 3 maart 1946 gestart met Kong Soo Do, gedoceerd door Chung San Sup (student van Okinawa Karate grootmeester Gichin Funakoshi), en Kwon Bup (Kung Fu/Kempo) door Yoon In Byung (student van Toyama Kanken, Chuan Fa grootmeester). De Vechtkunsten van Ji Do Kwan 1.Kong Soo Do of  Koreaans Karate: Tijdens de Japanse bezetting van Korea (1910-1945) leerden enkele Koreanen (studenten, dwangarbeiders) in Japan, het Okinawa Karate. Na hun terugkeer in Korea werd het gecombineerd met de traptechnieken van het benenspel Tae Kyon is een Koreaanse vechtkunst. Kong Soo Do wordt in Korea ook Tang Soo Do genoemd wat beter de oorsprong van deze vechtkunst weer geeft. Het betekent letterlijk: ‘Lege’ of ‘Ongewapende Hand uit China ten tijde van de Tang dynastie (618-907)', een periode van culturele opbloei in China en haar buurlanden. 2. Kwon Bup (Kungfu, Chuan Fa, Kempo): In de 5e en 6e eeuw brachten reizende monniken vanuit India, via China, zowel het Boeddhisme naar Korea als ook de Shaolin vechtkunst Chuan Fa. In 1592 werd in Korea de Krijgskunst handleiding 'Moo Yei Je Bo' opgetekend; een militair handboek over de uit China afkomstige, wapenkunsten. In 1759 werd er een hoofdstuk over Kwon Bup aan toegevoegd. De Kwon Bup stijlen die in traditioneel Ji Do Kwan naast Kong Soo Do worden beoefend zijn directe afgeleiden van het klassieke Shaolin Chuan Fa en de Noord-Chinese stijl Chang Chuan ‘Lange Vuist’ (Koreaans: Sorim Kwon Bup Mudo), waarin veel beentechnieken worden gebruikt. Shudokan In de eerste jaren was de Ji Do Kwan school een spiegel van Shudokan, de Karate/Kung Fu school van de grootmeester Toyama Kanken (uit Japan). In de Koreaanse oorlog raakten beide leraren van de Ji Do Kwan, studenten van de grootmeester Toyama Kanken, vermist. O.l.v. het nieuwe schoolhoofd Dr. Yoon, Gae Byung, ook een leerling van de grootmeester Toyama Kanken, werd Ji Do Kwan de grootste en voornaamste school in Zuid-Korea. Samen met een andere kwan, de 'Moo Duk Kwan' o.l.v. Hwang Kee, was Dr. Yoon tegen de kwans-eenheids act van de militaire leiding en Koreaanse politici. Zij wilden in 1965 dat voortaan alle kwans hun vechtkunsten onder 1 naam moesten doceren, namelijk "Tae Kwon Do" ('De Weg van de Hand en Voet'). Dr. Yoon bleef, net zoals Hwang Kee van de Moo Duk Kwan, dit weigeren waardoor hij als schoolhoofd moest aftreden, maar bleef tot aan zijn overlijden in 2000 zijn vechtkunst onder de naam Ji Do Kwan - Kong (Tang) Soo Do onderwijzen. Vechtkunst of Vechtsport De verplichtstelling van de naam Tae Kwon Do in Korea leidde tot twee richtingen van Ji Do Kwan: 1. Traditioneel Ji Do Kwan (vechtkunst), met de klassieke -eeuwen oude- vechtkunsten Kong Soo Do en Kwon Bup, waarbij het accent op zelfverdediging en de achterliggende spirituele filosofie (Mu Do, 'De Weg van de Krijger') blijft liggen. Beide vechtkunsten worden traditiegetrouw niet gemixt maar naast elkaar onderwezen. 2. Ji Do Kwan – Taekwondo (vechtsport), die de nieuw gemaakte moderne stijlvormen (ITF/WTF) ging hanteren en van een vechtkunst veranderde in een (Olympische) vechtsport waarbij wedstrijdresultaten belangrijker zijn dan filosofische achtergrond en spirituele vorderingen. Ji Do Kwan in Nederland Traditioneel Ji Do Kwan - Kong Soo Do (Koreaans Karate) raakte in Nederland bekend toen sahbum nim Len Johnson (5e Dan), instructeur van het Aruba Korean Karate Institute (A.K.K.I.), in 1971 les begon te geven in Enschede (o.a. sensei Randolph van der Kloor, sensei Santo Valenti, sensei Jan Wilmink en sensei Roy Mathey) en ging in 1986 weer terug naar Aruba. Het hoofd van A.K.K.I is sahbum nim A. Lichtenstein, leerling van de Koreaanse grootmeester Sihak Henry Cho (9e dan) in New York (een leerling van de 1e Ji Do Kwan grootmeester Dr. Yoon, Gae Byung). De Koreaanse grootmeester Sihak Henry Cho  is op  8 maart 2012 op 77 jarige leeftijd overleden.

Bron (website): wikipedia jidokwan http://nl.wikipedia.org/wiki/Ji_Do_Kwan

en valt onder de CC-BY-SA-3.0: http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.nl 

Wat betekent het Ji Do Kwan symbool? Er zijn verschillende niveaus van uitleg wat het Ji Do Kwan symbool met de achtbladige lotus betekent. Qua fysieke vechtkunst staan de blaadjes voor de 8 Ji Do Kwan disciplines en de concepten van perfectie: 1. waarneming 2. ki hap 3. verandering van gewicht en balans 4. accuratesse in aanval en verdediging 5. afstand controle 6. coördinatie van timing en kracht 7. ademhalingscontrole 8. flexibiliteit lichaam en geest.   De 8 bladeren van het Ji Do Kwan embleem vertegenwoordigen op geestelijk niveau het achtvoudig pad (een aspect van de 4 Nobele Waarheden die Boeddha onderwees): Pal Sung Do, lett. vertaald 8 Geheime Methoden, bestaat uit 8 Deugden waardoor de onwetendheid van een mens wordt omgezet in spirituele zuiverheid. De 8 Deugden zijn: 1. kijk juist 2. voel juist 3. denk juist 4. spreek juist 5. vraag juist 6. de juiste mogelijkheden gebruiken 7. op de juiste manier bijdragen 8. op de juiste manier gedragen. De Grote/kleine bol: De beoefenaar van Ji Do Kwan en/of de Bodhidharma (Daruma, Tamo) pop die elke keer als hij wordt omvergeduwd vanzelf weer overeind komt (Daruma pop die zichzelf weer opricht als hij omver wordt geduwd is representatief voor het Boeddhistische gezegde: ‘7 keer neer, 8 keer op. Dit is een veel gebruikte term van de beginnende Ji Do Kwan studenten). Dit verwijst naar de Ha Bog Bu (Japans: Hara; Chinees: Tan Tien), zo’n 3 cm onder de navel, en het goed gecentreerd zijn. Door aandacht en concentratie in de buik te brengen, verkrijgt de vechtkunstbeoefenaar een betere balans en evenwicht, zowel tijdens een gevecht als in het dagelijks leven. Disciplines van Ji Do Kwan Gezondheidswijze (Hohup Bop) Kunst v/h mediteren (Jua Sun Bop) Kunst v/h breken (Kyekpa Sul) Levenskunst (Do) Zelfverdedigingskunst (Hosinsul) Ongewapende vechtkunst (Tae Ryun Bup) Wapenvechtkunst (Sip Pal Ki)

Bron (boek): Klijnstra, R. (2011) Handboek Jidokwan

Copyright © Martin Nahrwold. Alle rechten voorbehouden.
NAVIGATIE MENU

OVER

Ji Do Kwan

Ji Do Kwan (Jidokwan, Chee Do Kwan) of ‘School voor de Weg van Wijsheid' is de naam van een Kwan: een Koreaanse ‘school’ voor vechtkunsten. Tijdens de Japanse bezetting van Korea waren dit het door de bezetters alleen toegestane Yudo (Judo) en Gumdo (Kendo). Na de Japanse bezetting ontstond er in Korea een hernieuwde belangstelling voor de traditionele vechtkunsten en diverse scholen werden er ge(her)opend. In de Chosun Yun Moo Kwan, een judo-school sinds 1931, later Ji Do Kwan genoemd, werd op 3 maart 1946 gestart met Kong Soo Do, gedoceerd door Chung San Sup (student van Okinawa Karate grootmeester Gichin Funakoshi), en Kwon Bup (Kung Fu/Kempo) door Yoon In Byung (student van Toyama Kanken, Chuan Fa grootmeester). De Vechtkunsten van Ji Do Kwan 1.Kong Soo Do of  Koreaans Karate: Tijdens de Japanse bezetting van Korea (1910-1945) leerden enkele Koreanen (studenten, dwangarbeiders) in Japan, het Okinawa Karate. Na hun terugkeer in Korea werd het gecombineerd met de traptechnieken van het benenspel Tae Kyon is een Koreaanse vechtkunst. Kong Soo Do wordt in Korea ook Tang Soo Do genoemd wat beter de oorsprong van deze vechtkunst weer geeft. Het betekent letterlijk: ‘Lege’ of ‘Ongewapende Hand uit China ten tijde van de Tang dynastie (618-907)', een periode van culturele opbloei in China en haar buurlanden. 2. Kwon Bup (Kungfu, Chuan Fa, Kempo): In de 5e en 6e eeuw brachten reizende monniken vanuit India, via China, zowel het Boeddhisme naar Korea als ook de Shaolin vechtkunst Chuan Fa. In 1592 werd in Korea de Krijgskunst handleiding 'Moo Yei Je Bo' opgetekend; een militair handboek over de uit China afkomstige, wapenkunsten. In 1759 werd er een hoofdstuk over Kwon Bup aan toegevoegd. De Kwon Bup stijlen die in traditioneel Ji Do Kwan naast Kong Soo Do worden beoefend zijn directe afgeleiden van het klassieke Shaolin Chuan Fa en de Noord- Chinese stijl Chang Chuan ‘Lange Vuist’ (Koreaans: Sorim Kwon Bup Mudo), waarin veel beentechnieken worden gebruikt. Shudokan In de eerste jaren was de Ji Do Kwan school een spiegel van Shudokan, de Karate/Kung Fu school van de grootmeester Toyama Kanken (uit Japan). In de Koreaanse oorlog raakten beide leraren van de Ji Do Kwan, studenten van de grootmeester Toyama Kanken, vermist. O.l.v. het nieuwe schoolhoofd Dr. Yoon, Gae Byung, ook een leerling van de grootmeester Toyama Kanken, werd Ji Do Kwan de grootste en voornaamste school in Zuid-Korea. Samen met een andere kwan, de 'Moo Duk Kwan' o.l.v. Hwang Kee, was Dr. Yoon tegen de kwans-eenheids act van de militaire leiding en Koreaanse politici. Zij wilden in 1965 dat voortaan alle kwans hun vechtkunsten onder 1 naam moesten doceren, namelijk "Tae Kwon Do" ('De Weg van de Hand en Voet'). Dr. Yoon bleef, net zoals Hwang Kee van de Moo Duk Kwan, dit weigeren waardoor hij als schoolhoofd moest aftreden, maar bleef tot aan zijn overlijden in 2000 zijn vechtkunst onder de naam Ji Do Kwan - Kong (Tang) Soo Do onderwijzen. Vechtkunst of Vechtsport De verplichtstelling van de naam Tae Kwon Do in Korea leidde tot twee richtingen van Ji Do Kwan: 1. Traditioneel Ji Do Kwan (vechtkunst), met de klassieke -eeuwen oude- vechtkunsten Kong Soo Do en Kwon Bup, waarbij het accent op zelfverdediging en de achterliggende spirituele filosofie (Mu Do, 'De Weg van de Krijger') blijft liggen. Beide vechtkunsten worden traditiegetrouw niet gemixt maar naast elkaar onderwezen. 2. Ji Do Kwan – Taekwondo (vechtsport), die de nieuw gemaakte moderne stijlvormen (ITF/WTF) ging hanteren en van een vechtkunst veranderde in een (Olympische) vechtsport waarbij wedstrijdresultaten belangrijker zijn dan filosofische achtergrond en spirituele vorderingen. Ji Do Kwan in Nederland Traditioneel Ji Do Kwan - Kong Soo Do (Koreaans Karate) raakte in Nederland bekend toen sahbum nim Len Johnson (5e Dan), instructeur van het Aruba Korean Karate Institute (A.K.K.I.), in 1971 les begon te geven in Enschede (o.a. sensei Randolph van der Kloor, sensei Santo Valenti, sensei Jan Wilmink en sensei Roy Mathey) en ging in 1986 weer terug naar Aruba. Het hoofd van A.K.K.I is sahbum nim A. Lichtenstein, leerling van de Koreaanse grootmeester Sihak Henry Cho (9e dan) in New York (een leerling van de 1e Ji Do Kwan grootmeester Dr. Yoon, Gae Byung). De Koreaanse grootmeester Sihak Henry Cho  is op  8 maart 2012 op 77 jarige leeftijd overleden.

Bron (website): wikipedia jidokwan 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ji_Do_Kwan

en valt onder de CC-BY-SA-3.0: 

http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.nl 

Wat betekent het Ji Do Kwan symbool? Er zijn verschillende niveaus van uitleg wat het Ji Do Kwan symbool met de achtbladige lotus betekent. Qua fysieke vechtkunst staan de blaadjes voor de 8 Ji Do Kwan disciplines en de concepten van perfectie: 1. waarneming 2. ki hap 3. verandering van gewicht en balans 4. accuratesse in aanval en verdediging 5. afstand controle 6. coördinatie van timing en kracht 7. ademhalingscontrole 8. flexibiliteit lichaam en geest.   De 8 bladeren van het Ji Do Kwan embleem vertegenwoordigen op geestelijk niveau het achtvoudig pad (een aspect van de 4 Nobele Waarheden die Boeddha onderwees): Pal Sung Do, lett. vertaald 8 Geheime Methoden, bestaat uit 8 Deugden waardoor de onwetendheid van een mens wordt omgezet in spirituele zuiverheid. De 8 Deugden zijn: 1. kijk juist 2. voel juist 3. denk juist 4. spreek juist 5. vraag juist 6. de juiste mogelijkheden gebruiken 7. op de juiste manier bijdragen 8. op de juiste manier gedragen. De Grote/kleine bol: De beoefenaar van Ji Do Kwan en/of de Bodhidharma (Daruma, Tamo) pop die elke keer als hij wordt omvergeduwd vanzelf weer overeind komt (Daruma pop die zichzelf weer opricht als hij omver wordt geduwd is representatief voor het Boeddhistische gezegde: ‘7 keer neer, 8 keer op. Dit is een veel gebruikte term van de beginnende Ji Do Kwan studenten). Dit verwijst naar de Ha Bog Bu (Japans: Hara; Chinees: Tan Tien), zo’n 3 cm onder de navel, en het goed gecentreerd zijn. Door aandacht en concentratie in de buik te brengen, verkrijgt de vechtkunstbeoefenaar een betere balans en evenwicht, zowel tijdens een gevecht als in het dagelijks leven. Disciplines van Ji Do Kwan Gezondheidswijze (Hohup Bop) Kunst v/h mediteren (Jua Sun Bop) Kunst v/h breken (Kyekpa Sul) Levenskunst (Do) Zelfverdedigingskunst (Hosinsul) Ongewapende vechtkunst (Tae Ryun Bup) Wapenvechtkunst (Sip Pal Ki)

Bron (boek): Klijnstra, R. (2011) Handboek Jidokwan